Jodenvervolging

Veenendaal heeft sinds de 17de eeuw een kleine maar hechte joodse gemeenschap. Veel joden zijn ondernemers. Zo is de Veenendaalse Stoomspinnerij  en -Weverij opgericht door de Amsterdamse familie Bottenheim. Aan het einde van de 19de eeuw trekken steeds meer mensen naar Amsterdam, omdat het daar, in een grotere gemeenschap, makkelijker is om volgens de voorschriften van het geloof te leven. Eind 1941 moet de Veenendaalse burgemeester opgeven hoeveel joden er nog in het dorp wonen. Er staan nog maar 22 namen op de lijst, waaronder drie mensen die uit Duitsland gevlucht zijn. Ze zijn hier ook niet veilig. Vanaf 1942 wordt de jodenster verplicht en moeten mensen van joodse afkomst naar Amsterdam verhuizen. Sommigen geven gehoor aan de oproep, zoals Bram en Emma van Essen van de winkel Het Suikervat in de Hoofdstraat. Zij maakt zelf een einde aan haar leven, hij wordt in een kamp vermoord. Anderen duiken onder: bij bekenden of zakenrelaties, maar soms ook bij wildvreemden. 

Naar schatting 100 joden duiken tijdens de oorlog onder in Veenendaal. Mensen nemen hen vaak met gevaar voor eigen leven in huis. De familie Vinke aan de Buurtsteeg helpt maar liefst 17 mensen de oorlog door. In de Pnielkerk mag een joods jongetje een nacht onder de preekstoel schuilen als er razzias gaande zijn. Het loopt echter vaak niet goed af. Zo overlijden Joseph van Praag en Gerdi Pinto terwijl ze ondergedoken zijn in Veenendaal. Ze worden stiekem in de tuin begraven en na de oorlog herbegraven op de Joodse begraafplaats aan de Parallelweg. Velen worden alsnog opgepakt en naar de vernietigingskampen gestuurd. 

Na de oorlog zijn er nog maar een paar mensen over van de eens zo hechte joodse gemeenschap. Er zijn niet genoeg mensen meer om diensten te houden en de tijdens de oorlog vernielde synagoge gaat niet meer open. Het gebouw wordt een paar jaar later verkocht en gesloopt. Er is weinig aandacht voor de joden die de oorlog hebben overleefd, de meeste Veenendalers hebben hun eigen oorlogsleed te verwerken. De laatste joden verhuizen naar andere plaatsen in het land of naar Israel.
In 1985 wordt een gedenksteen onthuld in de Duivenweide met de namen van de joodse Veenendalers die tijdens de oorlog zijn omgekomen. Inmiddels zijn er ook plannen om de komende jaren zogenaamde struikelstenen ('Stolpersteine') te plaatsen bij de huizen waar joodse Veenendalers gewoond hebben. 

Beelden van jodenvervolging

Beluister de podcast